De ziel heeft me altijd gefascineerd. Daarom wilde ik er steeds meer over weten en van begrijpen. Logisch dat ik Jezus er dan ook regelmatig vragen over heb gesteld. Deze keer over de verhouding van de ziel tot het Hoger Zelf.

Jezus: “Kijken we naar de ziel van een mens dan zien we die als een deel van een groter geheel. Dat wat in een mens incarneert is niet het geheel, wat alles weet. De mensen begrijpen dat niet altijd. Ze denken dat hun ziel alle kennis heeft. Maar dat klopt niet. De geïncarneerde ziel wordt vaak gesluierd zodat ze in bepaalde processen kan treden.

Zou deze ziel alles weten, dan zou ze vaak niet bereid zijn om zich met bepaalde situaties te confronteren. Ze zou er voor passen en gewoon zeggen, dat heb ik niet nodig. Ze zou zeggen, met dat proces wil ik me niet inlaten. Op die manier zouden er nauwelijks nog processen mogelijk zijn.

Dat betekent dat deze ziel door de sluiers geen toegang heeft tot de diepste wijsheid die in het geheel ligt besloten. Een mens ziet daarom enkel die aspecten, die voor de huidige processen noodzakelijk zijn. Deze aspecten kunnen worden gevoeld en waargenomen. En als een mens tot op het niveau van de ziel duikt, dan wordt er inderdaad een belangrijk deel van het Zelf gezien. Je ziet dan in feite een deel van je eigen gewaarwordingen en van je waarden, maar ook niet meer dan dat.

Het is zeker waardevol om je telkens weer met je ziel te verbinden. Ook als de ziel daardoor slechts een beetje meer zichtbaar wordt is het belangrijk om dat waar te nemen en te erkennen. Het geheel wordt dus bedekt gehouden om de processen niet te blokkeren.

In de Geestelijke Wereld bevindt zich van elk wezen de complete waarheid. Alle incarnaties zijn daar opgeslagen, al hetgeen geleerd werd is daar aanwezig, alle ervaringen zijn er zichtbaar. En hoe dieper een mens mediteert, hoe groter de mogelijkheid wordt om uit dat niveau informatie te halen. Dat werkt niet altijd en is zeker niet over alles mogelijk omdat de ziel het deksel nodig heeft om zich, zoals gezegd, met de processen te kunnen confronteren.

God wenst dat elke ziel de ervaringen maakt, die ze wenst te maken. Het geheel van de ziel zoekt zich haar eigen thema’s uit. Dan stuurt ze delen van zichzelf in incarnaties om deze thema’s te kunnen afwerken.

Vaak is het zo dat een mens geen flauw idee heeft, waarom er iets bepaalds gebeurt. Op dat moment begint het leerproces. En als jij je afvraag waarom er iets gebeurt, dan ben je ook bereid om die situatie tegemoet te treden omdat iets je daarin aantrekt. Je wilt er meer van weten, het interesseert je.

Op dat moment beginnen de gevoelsprocessen die tot een dieper begrip voeren. Ook het verstand kan het dan volgen. En zo kan de ziel aspecten afsluiten die op het programma stonden om geleerd te worden. We hebben het hier over heel diepe processen die slechts een klein gedeelte van de hele ziel doorloopt om deze processen te kunnen afsluiten. En toch bezit elk mens het geheel van de ziel. En dat is reusachtig groot en bevat een een absoluut sterk weten. Zelfs nieuwe zielen bevatten enorm veel kennis en diepte. Maar, zoals gezegd komt daar slechts een deel van in actie om het proces niet in gevaar te brengen.”

Elias: En hoe zit het met de verhouding van een ziel tot het Hoger Zelf?

Jezus: Het Hoger Zelf is het geheel. Je moet je dat zo voorstellen dat al die zielendelen van een mens zich verbinden om in de diepste wijsheid af te dalen. Dan kan het geheel ook impulsen naar de mens sturen die als de mens ze opvangt zeggen van doe dit of doe dat niet. Het zielendeel dat in het lichaam verankerd is, heeft hier geen weet van. Zo’n impuls van het Hoger Zelf komt vaak om de mens uit te nodigen om nog dieper in zijn proces te duiken. Het is daarom altijd van grote waarde om je met je Hoger Zelf te verbinden, Maar je krijgt steeds enkel dat, wat je voor de lopende processen nodig hebt.

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Meer over Elias

Abonneren op mijn Nieuwsbrief